· 

Vier op een rij

Terwijl ik door de lange gangen van de Nieuwe Hoeven wandel, richting de afdeling, kan ik de blijdschap van de mensen om me heen al zien en voelen. De meeste mensen die ik tegenkom, hebben een grote lach op het gezicht, een zonnebril bovenop het hoofd staan en dragen geen jas meer. De zon schijnt weer volop! Het is druk in de gang. Ik zie 2 collega’s, die met 2 bewoners in een rolstoel naar buiten gaan. “Was het niet moeilijk om uit de zon te komen, toen je net mocht gaan werken?” “Nee hoor, ben maar even in de zon geweest en ik ben blij dat ik weer mag gaan koken!” Familie, vrienden of kennissen gaan naar buiten met bewoners of ze komen net terug van een wandeling. Het doet me weer goed te zien dat er zoveel mensen een bezoek brengen aan ons verpleeghuis, onze bewoners. Ik moet dan ook zeggen, dat het prachtig is geworden, nu er buiten zoveel is veranderd. Er staat een mooie hooiberg en eind van de maand komen er biggen scharrelen in de nieuwe voedseltuin! 

 

Piloot

Eenmaal op de afdeling en in de huiskamer is het dan ook erg rustig. Iedereen is buiten. Ik verzamel alle ingrediënten en ga beginnen met koken. Het recept van vandaag is iets met kip en broccoli. Ik verzin ter plekke iets met de ingrediënten die ik in de koelkast zie liggen. Het recept zal ik binnenkort natuurlijk met jullie delen! Het was in elk geval weer heerlijk. 

 

Dhr. Zonnebloem en zijn vrouw kom ik tegen op de gang, als ik nog even de kruidenkaas en kookroom uit de voorraadkoelkast ga pakken. “Hoi Petra, ben jij er weer? Ik heb de aardappelen al geschild”, zegt Mw. Zonnebloem enthousiast! “Oh, dat vind ik heel erg fijn, dank je wel hoor!” Scheelt toch weer een minuut of tien van mijn anderhalf uur tijd, die ik heb om het eten voor 17 personen op tafel te hebben! En tegen Dhr. Zonnebloem, die zo’n echte ‘Top Gun-Tom Cruise-Pilotenbril’ op zijn neus heeft, zeg ik: "Wauw, wat bent u toch een knapperd: Piloot Zonnebloem! Die zonnebril staat u prachtig.” En hij straalt van oor tot oor! Ik excuseer mij en zeg dat ik aan het eten moet beginnen. “Is goed, hoor, wij komen ook zo naar de huiskamer!” Terwijl ik de kip, de uien, de paprika’s en de broccoli aan het snijden ben, wordt het steeds drukker in de keuken. Mw. Rozen zit al even bij mij. Ze is wat onrustig en roept telkens een zuster. Ik heb al gevraagd of ik haar kan helpen, maar dan weet ze het even niet. Ik vertel wat we gaan eten en vraag of ze kip en broccoli lekker vind? "Jaaa!," krijg ik als antwoord. “Nou, dan zal het wel goed komen vandaag, want dat eten we.” Als ze “Zuster” blijft roepen, en ik eens goed naar haar kijk, zie ik dat ze het warm heeft. Haar hoofd ik rood en glimt een beetje. Ik draai de kraan open en schenk een glas koud water voor haar in. Dan pak ik een servet en maak die nat. Ik vraag of ik het natte doekje even over haar voorhoofd mag deppen: “Dat is lekker fris, Mw. Rozen!” En ze laat het allemaal op zich af komen. Het is oké. Ze vind het prettig, denk ik, als ze langzaam haar ogen sluit…

 

Aardbeien

Mw. Vergeetmeniet is ondertussen ook de keuken in komen ‘rollen’ met haar rolstoel. Ze wil naar huis. Ze wil thuis gaan eten: “Mijn moeder wacht op mij.” Daar gaan we. Dit herhaalt zich bijna dagelijks en blijft altijd moeilijk om hier op in te spelen. Wat vandaag werkt, werkt morgen misschien wel niet. Ik ga een poging wagen! Ik vertel haar vriendelijk dat ik eten aan het koken ben, dat ik heel blij zou zijn als ze vandaag een hapje mee wil eten. “Ik heb eerlijk gezegd op u gerekend!” “Oh, nou ja, dan wil ik dat wel. Hoe laat gaan we eten dan?” “Over een half uurtje”, antwoord ik. “Oh, dan kan ik nog wel even wachten. Kan ik dan hier blijven zitten, of zit ik dan in de weg?” “U mag het zelf weten.” “Ik kan ook terug naar mijn plaats aan tafel?” “Nee, hoor, weet je wat, blijf maar even gezellig bij mij zitten, dan kunnen we nog ff kletsen! U zit mij echt niet in de weg!”, zeg ik een beetje opgelucht, want ik weet dat ze over 5 minuten weer hetzelfde zegt en weer graag naar huis wil.... Dat ik om 3 rolstoelen heen, mag slalommen, als ik naar de oven of de koelkast moet lopen, zie ik als een uitdaging. Dat komt wel goed!

 

En dan komt mijn collega binnen met 4 doosjes aardbeien. Mmmm…. Dat ziet er goed uit! Wie lust er aardbeien? Ik krijg weinig reactie, maar weet dat ze alle vier dol zijn op de aardbeien! (Zoals altijd zit Mw. Tulp aan de andere kant naast me in de keuken, om alles goed in de gaten te houden. Zij is de vierde bij me in de keuken vandaag!!) Het eten staat ondertussen in de oven, de grote pannen heb ik met de hand af gewassen en de vaatwasser draait op volle toeren. Het is 16:45 uur en ik ga de toetjes klaar zetten. Meteen begin ik met de aardbeien. Lekker gewassen en ik ga ze in schijfjes snijden, zodat ik de schaaltjes met pudding zo meteen mooi kan versieren! Het oog wil ook wat ;-) En terwijl ik dat doe, zie ik 8 ‘hongerige’ ogen naar me staren… ja wat wil je? Weet je wat? Ik deel ze nu alvast uit. De overheerlijke zoete en sappige aardbeien. Dan spuit ik straks maar een extra dot slagroom op de toetjes en een aardbei minder!! 

 

(NB. Alle namen die ik gebruik zijn fictief i.v.m. privacy van onze bewoners. Deze keer zijn de bloemen aan de beurt ;-)


Reactie schrijven

Commentaren: 3
  • #1

    Corrie (vrijdag, 19 april 2019 17:20)

    Geweldig!

  • #2

    dinie kuijpers (vrijdag, 19 april 2019 17:57)

    weer genoten van je prachtige verhaal

  • #3

    Petra (dinsdag, 23 april 2019 08:43)

    @Corrie: Bedankt!

    @Dinie Kuijpers: Dank je!