· 

Mmm... aardbeien

Het is nog vroeg in de ochtend als meneer Magnum van Almond bezorgd van zijn ontbijt opstaat en naar me toe komt. Hij vraagt zich af wie al die mensen zijn? Ik vertel dat die allemaal hier wonen. “Nee, dat kan niet. Die moeten allemaal weg hier.” Hij kijkt me verward aan. “Ik begrijp er niks van”, zegt hij. En met zijn hoofd naar beneden gebogen loopt hij weer terug naar de plek aan tafel waar hij net zat. Nog geen 2 minuten later staat hij weer letterlijk voor mijn neus. “Goedemorgen, meneer Magnum van Almond!” begroet ik hem. Hij kijkt me vriendelijk aan en zegt: “Mag ik jou eens iets vragen?” “Jazeker, jij altijd!” “Wat doen al die mensen hier?” “Die wonen hier.” “Hoezo? Dit is toch mijn huis?” Hoe ga ik dit brengen? In een fractie van een seconde wil ik antwoord geven. Even denken. Mijn geluk op dit moment is dat mensen met dementie een vertraging in hun brein hebben, dus ik heb, wat zal het zijn, ongeveer 5 seconden...? “We zijn in Schaijk, meneer Magnum van Almond, in de Nieuwe Hoeven. Dit is de huiskamer en u heeft hier ook een eigen kamer!” zeg ik eerlijk. “Oh... in Schaijk.” “Ja dat klopt!” Dus ik ben niet in ...?” (Hij noemt nu zijn eigen woonplaats waar hij altijd heeft gewoond) “Kun jij mij dan zo ff naar huis brengen? Dat is maar 5 minuten hier vandaan.” “Nee, dat zal niet gaan, ik ben hier aan het werk...” “Maar ik wil er wel voor betalen!” zegt hij nu bijna smekend en hij pakt zijn portemonnee uit zijn achter broekzak. “Sorry, dat gaat nu echt niet. Het spijt me. Ik kan hier onmogelijk weg”, herhaal ik nog maar eens. Ik geloof dat ik geluk heb. Hij legt zich bij mijn antwoord neer.

 

Frustratie

Dan loopt hij weer bij me vandaan. Maar voordat hij gaat zitten, komt hij nogmaals naar me toe. “Heb ik jou net ook gesproken?” “Jazeker!” “Weet jij wat al die mensen hier doen?” Ik herhaal geduldig mijn zinnen voor de 3e keer deze ochtend. (Misschien was het vaker, ik hou de tel niet bij...) “Die mensen eten hun ontbijt. Ze wonen hier.” “Nee, dat kan verdomme echt niet.” Nu raakt hij toch wel licht geïrriteerd. Ik weet niet of hij tevreden is met dit antwoord. “Die moeten dadelijk allemaal weg zijn. Het is hier geen logement!” “Moeten ze allemaal weg?” “Ja. Allicht. Ze mogen de boterham nog opeten, maar dan”, nu gebarend met zijn arm en hand, “wegwezen!” “U vindt het veel te druk hier?” “Ja, dat zie jij toch ook?” “En u wilt graag een beetje rust?” “Ja”, nu wrijvend over zijn hoofd alsof hij hoofdpijn heeft. Dan begrijp en voel ik zijn frustratie ineens. Ik vertel dat ik iedereen na de koffie ‘weg zal sturen’. En vraag meteen of hij misschien de krant even wil lezen, rustig op de bank. Dan schenk ik een kop koffie in. 

 

De aardbeienkoningin

En terwijl meneer Magnum van Almond rustig in de krant zit te bladeren, komt door de andere deur (Gelukkig maar, want nog meer mensen, zouden nog meer prikkels geven aan deze meneer...) mevrouw Perenijsje binnen in haar rolstoel. Vrolijk zeg ik haar gedag. En dat is vaak dezelfde begroeting tegenwoordig: “Kijk nou, goedemorgen, daar is mijn eigen Aardbeienkoningin zelf!” En dan lacht ze. Straalt ze! Mevrouw spreekt weinig woorden, maar haar hele gezicht verteld jou het verhaal. Als ik dan vraag of ze zin heeft in verse aardbeien, dan gaan haar wenkbrauwen omhoog, haar ogen worden groter en hoor je een heel duidelijke JA met de grootste glimlach die je je maar voor kan stellen! Zo gezegd, zo gedaan. Op een diepe bord schenk ik vanillevla, 45 seconden in de magnetron. Ik snijd de gewassen aardbeien in schijfjes. “Pinggg” Even de kou van de pudding eraf. Dan roer ik er nog een goede eetlepel Brinta graanontbijt doorheen. Tegen de witte brede rand van het bord, ‘decoreer’ ik de schijfjes aardbei in een cirkel. Ik bekijk het eindresultaat en ben tevreden.

 

Zorghart

Als ik dan naar de tafel loop waar mevrouw Perenijsje zit, zie ik dat haar ogen dicht zijn. Voorzichtig ga ik naast haar zitten. “Goedemorgen mevrouw Perenijsje”, zeg ik zachtjes, omdat ik haar niet wil laten schrikken, “ik heb een lekker ontbijtje voor u gemaakt!” Ze opent haar ogen. Kijkt eerst naar mij. Ik wijs naar haar bord en zeg: “Kijk dan. Dat ziet er lekker uit!” En nu gebaart ze, vol van blijdschap met haar hand op haar hart: “Ohh... lekker!” En in haar eigen tempo, pakt ze de lepel in haar hand. Na een seconden of zes, ligt de grootste aardbei op haar lepel, die ze langzaam naar haar mond brengt. Ze kauwt er op en kijkt me aan. Als ik nu haar gedachten kon lezen, zou er een zinnetje voorbij komen dat ongeveer zo klinkt: “Alsof er een engeltje over je tong plast ;-)…” “Eet smakelijk!”

 

Voor de koffiepauze gaan we buiten zitten in onze prachtige binnentuin. De hekken van de cohort afdeling staan er nog, maar het groene zeil is weg en je kunt weer wat verder kijken! De zon beloofd vandaag flink te gaan schijnen. Extreme hitte wordt van het weekend verwacht. Het is iets na half 10, dus ik stel voor nu nog even lekker naar buiten te gaan met onze bewoners. Vanmiddag zal het veel te warm zijn. Ze kunnen nu nog lekker in de schaduw zitten, want de zon draait pas rond 13uur om het gebouw heen. Terwijl we zitten komt meneer Calippo met de fysiotherapeute aan gewandeld. “Ah... kijk eens, daar hebben we meneer Calippo weer. Lekker gewandeld? U heeft vast zin in een kop koffie?” vraagt mijn collega. “Nou lekker,” zegt meneer “We komen net van de Hooimijt, hè?” En wijzend naar de stoel voor hem: “Jij mag hier wel gaan zitten!” “ Nee, ik mag weer verder met werken!”

 

Drie vrouwen sterk

“We hebben net lekkere cappuccino op, maar dat fruitdrankje daar ziet er ook lekker uit!” “Ja, das lekker fris. Proef maar eens!” En dan zegt mijn collega (verzorgende IG) met een grote lach op haar gezicht, tegen de fysio, en om meneer Calippo een beetje uit te dagen mee aan het gesprek deel te laten nemen, “Dus dat noem jij werken? Beetje buiten wandelen met deze knappe meneer!” Waarop meneer weer zegt: “Haha, ja net, das nog eens hendig geld verdienen!” “Inderdaad zij verdient haar geld met wandelen. En ik verdien geld om jou te verzorgen! En terwijl ik met het grote dienblad, en daarop de lege glazen van de verse peren-appel-kiwi-smoothie richting de buitendeur loop, zeg ik nog snel dat ik ‘ze’ verdien met eten koken voor meneer! En dat ik dus aan de soep ga beginnen voor bij de lunch! “Tjonge jonguh” hoor ik de fysiotherapeute nog net zeggen: “ Das ook wat, zomaar drie dames die goed voor jou zorgen èn er ook nog geld mee verdienen!” waarop ik meneer Calippo hoor gniffelen, terwijl hij lacht: “Anton Heijboer had er acht!”

 

(NB. Alle namen die ik gebruik zijn fictief i.v.m. privacy van onze bewoners. Deze keer zijn ijsjes aan de beurt ;-)


Reactie schrijven

Commentaren: 3
  • #1

    dinie kuijpers (zaterdag, 08 augustus 2020 13:46)

    mooi verhaal weer Petra

  • #2

    ELLY G (zaterdag, 08 augustus 2020 16:03)

    Geweldig , hoe jij die oudjes laat genieten !!! Hoop dat ook jij dit zonnige weekend kan genieten van een heerlijk ijsje ���

  • #3

    Astrid (donderdag, 13 augustus 2020 14:04)

    ��