· 

Achter dat mondkapje

Daar komt ze naar me toe gelopen. Voor de 4e keer deze avond. “Ik zoek de uitgang. Ik moet naar huis…” Mevrouw Passage woont al bijna 3 jaar in het verpleeghuis. Ik vertel dat ze hier mag blijven slapen. Ze is gerustgesteld. Dat was alle keren daarvoor ook. Koffie heeft ze al op. Ze is naar ‘t toilet geweest. Een kort gesprekje over ‘het weer’ ook. Je probeert van alles in zo’n situatie. Meestal lukt het om gedachten om te zetten. Maar soms blijft het lastig. Vanavond kan mevrouw moeilijk schakelen. Ik loop mee, ook al voor de tweede keer, naar haar kamer. Haar vertrouwde spullen herkent ze weer meteen. “Dit ken ik wel! Dus hier mag ik slapen?” Haar dankbare en vriendelijke lach weer op het gezicht. 

 

En toen gebeurde er iets dat ik niet eerder meemaakte in heel deze Coronatijd. Zo vroeg ze me om mijn tanden te laten zien. HUhhh?? Toch zet ik het mondkapje af en vraag onzeker en ook met een grapje: ”Heb ik er spinazie tussen zitten?” “Nee hoor, maar wat heb jij een schoon gebit met witte tanden.” Mevrouw Passage blijft naar me kijken. Ik zeg niks. Maar mijn gezicht spreekt geloof ik boekdelen. Ik begin te lachen. “En die lach. Staat je mooi!” “Wat lief.” reageer ik beetje ‘verliefd-verlegen’. “Weet je. Ik denk dat ik ‘m maar hou… Dank u wel!” 

 

Tja, en dat mondkapje? Dat zet ik nog op. Mijn werk is ‘an impossible job’ op anderhalve meter… 

 

 

(NB. Alle namen die ik gebruik zijn fictief i.v.m. privacy van onze bewoners. Deze keer zijn straatnamen aan de beurt ;-)


Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Wilma van der Lans (zondag, 10 juli 2022 22:34)

    wat een mooi en herkenbaar verhaal.
    Dankjewel voor het delen.